GTranslate
124 AC
De 124 Sportcoupé (AC) is mijn favoriete model.
Zoals wel vaker voorkomt is het eerste idee van de ontwerper (Boano) het puurst.
Daarna gaat de afdeling marketing zich er mee bemoeien en verwatert het.
Van dit model heb ik het meest verzameld en ik verbaas me er soms over hoeveel er nog beschikbaar is.
En hoeveel er toch nog bewaard zijn en rondrijden.
Maar oorspronkelijke Nederlandse auto's zoals de mijne zie je maar heel zelden!
In de Faceboekgroep "Fiat 124s Rock!" kwam de vraag om informatie over een Amerikaanse coureur, Steven Shepherd, die in de jaren 70 van de vorige eeuw met een 124 Coupé racete in het SCCA-kampioenschap. Deze foto zat er bij:
Op zo'n moment is Google mijn vriend dus na wat gezoek (en rondhangen op allerlei sites met mooie autofoto's) vond ik deze foto:
Van Steven Shepherd zijn niet veel raceresultaten bekend: hij reed voor zover ik kan terugvinden in 9 races mee, waarvan 8 in zijn Coupé. Beste resultaat was 14e in de 250 mile van Virginia in 1972. Op de site imsahistory.com vond ik nog meer. Deze is van Steven Shepherd met Abarth goeroe Al Cosentino (links):
Nu deed me dit denken aan een foto die ik zelf al had geplaatst in een eerder artikel op deze site.
Meteen dus op Google doorgezocht op Fleming/Johnson in de 24 uur van Daytona en jawel, ook van hun Coupé meer foto's gevonden op racingsportcars.com
Zo te zien heeft hij er zin in: de Matra-Simca zit er hier nog achter.
Deze foto is van Amos Johnson in de 250 Mile van Virginia. Amos was de eigenaar van Team Highball:
Paul Fleming nam (vaak samen met Amos Johnson) deel aan 11 wedstrijden waarvan 5 in de Coupé (die trouwens eigendom was van zijn moeder). Zijn beste klassering was 10e. Ook hij nam deel aan de 250 mile van Virginia (2 coupé's in één race dus!) maar haalde de finish niet. Deelnemerslijst staat hier
Omdat je op het internet nooit klaar bent met zoeken en vinden kwam ik nog een paar andere races tegen waar nr. 38 aan meegedaan heeft. Deze zijn uit 1969. En Paul was blijkbaar een aardige kerel want hij leende zijn auto ook wel eens uit. De bestuurder hier is Rodger Blanchard en dit was de race dat Paul Fleming zijn beste klassering haalde (10e)
Dit moois heeft maar tot en met het seizoen 1972 geduurd. Maar het bewijs ligt er: De AC is gebruikt om te racen!
Aanstaande zondag, 1 juni, voor degenen die ARTE op de kabel hebben, komt l'Homme Orchestre op TV.
Een film met Louis de Fumès, maar nog belangrijker, ook een Fiat 124 Coupé
Op Youtube staan ook diverse fragmenten.
Hier is er één
De introductie van de 124 Coupé werd opgefleurd door deze zonnige folders:
![]() |
Folder 1: Bladerboek Folder 2: Album (downloaden afbeeldingen) |
In 1984 tipte mijn vader me dat een klant van hem zijn 124 Coupé wilde verkopen.
Het ging om een eerste serie van 1968, donkerblauw met schuifdak en helemaal origineel.
Volgens mijn vader was deze auto Nederland zelden of nooit uitgeweest en erg goed onderhouden.
Of ik interesse had?
Telefoonnummer gevraagd en afspraak gemaakt. Op audientie geweest bij de heer en mevrouw Spronck en nadat ze mijn vrouw en mij hadden goedgekeurd mochten we de auto kopen. ƒ 4500 wilden ze er voor hebben.
Ik werkte in die tijd voor Shell in het Midden-Oosten en stond op het punt om na mijn verlof weer terug te gaan.
We hadden dus geen auto nodig maar deze was te mooi om te laten staan. De beslissing was snel genomen en het "koopcontract" werd gemaakt.
Een paar dagen later mochten we de auto komen halen wat resulteerde in een emotioneel afscheid door mevrouw Spronck.
En sinds die tijd is deze macchina van ons. De gehele geschiedenis heb ik ondertussen verzameld: oorspronkelijk koopcontract, factuur, servicekaart van eerste eigenaar, een leuke stapel folders en advertenties, een doos roadtests, allerlei foto's en tenslotte reservedelen. Je weet tenslotte nooit.
In 1986 is de motorruimte kaalgemaakt en opnieuw gespoten om vliegroest kwijt te raken (effect van iets teveel vocht in de stalling) en in 2003 en 2004 is de carrosserie vanwege doffe lak overgespoten (zie menu "restauratie") en is een oude "oplapplek" bij de rechter"A"stijl uitgeslepen en opnieuw ingelast. Ook de paravant werd opnieuw gemaakt. Voor de rest 100% hard en dicht. Dat komt zo:
In 1968 had mijn vader een Fiat dealerschap (eigenlijk van 1937 tot en met 1982) en vanwege de reputatie van Fiat in die dagen werden Tectylbehandelingen actief verkocht.
De behandeling ging als volgt: Alle binnenpanelen er uit en binnenkant plaatwerk inspuiten met dunne Tectyl.
Alle kokers werden behandeld met de lans. 's Nachts droogden de auto's en de volgende ochtend werden bodem en binnenpanelen ingespoten met dikke tectyl. Daarna werden de auto's weer opgebouwd. Kilo's zwaarder dan op het kentekenbewijs gingen ze de weg op. Maar het werkte wel! En dat voor ƒ 180,- inclusief BTW.
In de jaren daarna kwam Fiat met eigen roestbeschermende maatregelen en wilden klanten niet meer extra betalen voor Tectyl.
Wat deze auto voor mij extra speciaal maakt is het feit dat het een echte "Staal" Coupé is: iedere Coupé die door mijn vader verkocht is heeft mistlampjes in de grille zitten. rechthoekige Carello's. En natuurlijk zit er een originele dealersticker op de kont! De matten hebben de tijd niet doorstaan maar verder is de auto zoals afgeleverd, alleen de Cromodoravelgen die je op de foto ziet heb ik er opgezet.
De klachten en de symptomen waren duidelijk.
Doffe plekken op motorkap en rechter voorscherm. Roestplekken op het schuifdak. Natte voeten bij regen. Tijd voor een Extreme Makeover.
Toen ik de auto in 1984 kocht werkte ik voor Shell in het Midden-Oosten en was ik in Breda op verlof. Omdat ik weer terug moest ging de auto in de stalling. Helaas was die licht vochtig, dus toen we na een jaar weer op verlof kwamen zat de hele motorruimte onder de vliegroest.
Maar 3 maanden vakantie roepen om een activiteit, dus motor er uit en motorruimte leeggeruimd. Stralen en spuiten en ondertussen de motor helemaal in conditie brengen.
Vanaf die tijd is er weinig extra werk aan geweest, tot in 2002 jaar de remmen problemen begonnen te geven. Revisiesetjes hielpen niet (toch te veel pitting op de zuiger omdat ik pas toen de auto een jaartje of 25 oud was een keertje de remvloeistof heb vervangen) dus aan de voorkant alles vervangen en achter nog maar een keer alles opnieuw afgesteld. En nu dus wat problemen met het "lijf"
Oktober 2003, de herfstvakantie komt er aan.
In eerste instantie dacht ik, gezien de aard van de problemen, dat ik in een ruime week de boel wel voor elkaar zou krijgen; ik werk voor een grote dealerorganisatie met een eigen schadebedrijf en daar mocht ik wel een weekje werken. Ik nam dus 6 snipperdagen op.
"Ja ja" denken nu degenen die eerder aan zoiets begonnen. En ondertussen weet ik ook beter want er ontstond een bepaald fanatisme.
Voor- en achterruit eruit: ingevreten roestplekken en een rotte paravant. Schuifdak er uit en gefrustreerd over de kleur (ouderdom) van de hemelbekleding. Typisch dat je tijdens het gebruik van de auto dit niet als storend ervaart.
Helaas werd er bij het uitsnijden van de voorruit een klein scheurtje veroorzaakt zodat ik een dagje met een Stanleymes aan de gang moest om erger te voorkomen. Gelukkig bleek Robert van der Grinten bezig te zijn een CC te fileren en mocht ik voor een zeer redelijke prijs de voorruit overnemen. Door ervaring wijsgeworden m'n Stanleymes maar meegenomen en na een avondje voorzichtig snijden was ik een voorruit, een handvol klemmen en een dashboardrubber rijker.
Ondertussen dapper begonnen met schuren (handig, zo'n schadewerkplaats, alles onder handbereik, ook de meest exotische apparatuur) en tot mijn grote vreugde bleek de carrosserie verder helemaal gaaf, op de voorkant van beide dorpels na waar een klein ingelast stukje en wat roestdraadjes tevoorschijn kwamen.
Was ik blij dat mijn vader indertijd een tectylbehandeling had verkocht.
Even voor de duidelijkheid: Tectyleren in die tijd ging bij ons als volgt:
- dag 1: Demonteren van binnenbekleding voor en achter, inspuiten van alle naden en holle ruimtes met dunne Tectyl.
- 's Nachts uitlekken en indrogen.
- dag 2: Spuiten van bodem en binnenkant van portieren en achterschermen met dikke Tectyl en uiteraard weer opbouwen.
Kostte toen ƒ 130 maar het was elke cent waard.
Iedereen snapt nu dat dit geen project van een weekje meer was. Toen ik de deurrubbers er uit haalde bleek de naad waar ze opzitten redelijk geroest en om dit weer mooi te krijgen moest er wat gebeuren.
Het hele interieur werd er uitgehaald.
Buiten werd de lak door een collega zover teruggeslepen als nodig was. Omdat ik geen risico wilde lopen met de oude laklagen zijn deze eerst geïsoleerd met een tussenlaag en daarna donkergrijze primer er op. Die heb ik een paar weken laten uitharden en is daarna geblokt en nat geslepen. Helaas kon ik bij onze lakleverancier geen basislak in donkerblauw 456 kopen, anders had ik basislak en blanke lak laten spuiten omdat dat wat sterker is. Nu is het gewone 2K lak geworden. Jammer maar helaas.
In de tussentijd is de bodem aan de binnenkant helemaal kaal gemaakt om zeker te weten dat de waterlekkage daar geen problemen had veroorzaakt. Dat bleek niet zo te zijn maar nu had ik ook de mogelijkheid om nieuwe dempingsmatjes te plakken en de rest in nieuwstaat te brengen. Bij onze vaste stoffeerder de laatste 2 meter hemelbekleding gekocht en thuis ingeleverd.
Omdat ik tijdens het werk van de voorbewerker ook wat te doen wilde hebben alle beugels, klemmen en deksels onder de motorkap gedemonteerd en van verf ontdaan, inclusief het luchtfilterhuis, wat me ruim 4 uur kostte. Dat ziet er dus allemaal ook weer als nieuw uit. De grootste moeite had ik trouwens met het aluminium distributiedeksel. Dat was ooit eens met blanke lak behandeld (uit een spuitbus) waaraan onvoorstelbare hoeveelheden stof bleven kleven. Kaalmaken ging snel (in ieder geval de vlakke stukken) maar voor de hoekjes en kantjes toch maar de Dremel tevoorschijn gehaald.
Tijdens het werk aan de Coupé heeft een collega van me in dezelfde werkplaats een Autobianchi Primula Coupé S gerestaureerd. Deze auto was ooit aan diens vader verkocht en toen die overleed kwam de auto in mijn familie terecht. En nu weer bij de oorspronkelijke eigenaars. Terug bij af. Die auto is nu ook klaar en is te bezichtigen bij "Derivazione"
26 januari 2004: De spuiter werkt 6 uur totaal om de carrosserie gespoten te krijgen. Eerst alle delen nawassen en dan afplakken en (bijna) alle naden kitten en afstrijken.
Maar na die 6 uur staat er ook een plaatje. Eén stofje en verder zo strak als glas. We besluiten om de cabine niet te stoken en de auto op normale temperatuur te laten drogen.
29 januari 2004: 's Avonds krijg ik de kriebels en rijd terug naar m'n werk om alvast onder de motorkap het een en ander voor te bereiden zodat ik op 31 januari meteen aan de gang kan.
30 januari 2004: Dr Vinyl brengt het gerepareerde dashboard terug. Kost 90 euro maar is goed gerepareerd, dus de moeite waard.
31 Januari 2004: De bedoeling is vandaag de motorruimte helemaal af te werken, dus schutbord en binnenspatborden afwassen met M700 (ontvetter) en daarna poetsen. Accubak mooi gemaakt en luchthoorn gereviseerd. Het luchtfilterhuis is prachtig gespoten en de originele sticker gaat er weer terug op.
1 februari: Mijn hemel!
Eindelijk gaat m'n vrouw de hemelbekleding afwerken. Tunneltjes stikken. Wat het langste duurt zijn de coupnaden (of in dit geval coupé-naden?).
Met passen en meten wordt de meeste tijd versleten maar ook dit project lijkt te gaan lukken. Kijken of het ook zo mooi in de auto komt. De zonnekleppen maak ik schoon met groene zeep (puur) omdat ik nog geen idee heb hoe ik nieuwe moet maken. De originele zijn niet gestikt maar gesealed en daar heb ik niets voor.
Via-via kwam ik aan een origineel dashboardpaneel met namaakhouten dessin (mooi dat Giovanni Novarino dat had meegebracht naar Houten) zodat ik afscheid kan gaan nemen van m'n eigen maaksel. Dat namaakhout uit de bossen van Turijn scheurt als het op leeftijd komt en omdat ik niets anders had was er een plaatje fineer overheen gezet. Nu dus weer als origineel.
Februari 2004: Allerlei details worden afgewerkt.
Kofferruimte en brandstoftank worden geschuurd en, na uitgebreid primeren, weer gespoten.
De hemel wordt gemonteerd (vreselijk karwei vanwege het schuifdak) maar gelukkig was de maatvoering zeer goed zodat ik niets tekort kwam en ook niets overhield. Gerrit Nijhoff vervangt de distributieriem met spanrol en lager, stelt de kleppen en plaatst een nieuwe v-snaar. Loopt weer als een zonnetje
Maart en April 2004:
Alle chromen delen en de verlichting worden gemonteerd, interieur ingebouwd en ruiten gemonteerd.
Samenvattend:
Mooi geworden, veel langer over gedaan dan ik verwachtte. Veel tijd verloren aan belangstellende collega's (wel gezellig) en het klaarzetten en opruimen van onderdelen iedere dag dat ik ging werken.
't Is op dat gebied makkelijker om een eigen ruimte te hebben. Maar de aanwezigheid van expertise en gereedschap bij een autoschadebedrijf is veel meer waard! Heel veel dank dus aan Autoschade Hoogeind in Breda.
En hier staan alle foto's van de restauratie.
Wil je meer weten over de Lancia Flaminia Convertible Touring 2.8 3C Superleggera die er achter staat? Klik dan hier
Ook op Ebay gevonden, al een poosje geleden: "The New Fiat Guide" van Jan P. Norbye.
Helemaal vol met technische informatie maar helaas niet in een erg goede staat.
Het is wel heel leuk en waarschijnlijk vrij zeldzaam want ik zie er nooit meer een te koop...
Als ik nog eens veel tijd heb zal ik er wat pagina's van publiceren.
Van de AC heb ik meerdere instructieboekjes. Een daarvan is beschikbaar als bladerboek.
Er staat ook het een en ander in over de Spider. Dat heb ik niet allemaal al meegescand.
Is een kleurplaat laten inkleuren door je (klein)kinderen en ze meteen wat autogeschiedenis leren.